u bent hier

Sinds december 2016 is er een Europese Richtlijn inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties. Elke lidstaat heeft die tekst omgezet in nationale wetgeving. België had nog geen wetgeving op dit gebied en koos voor een minimale omzetting: de tekst van de richtlijn is overgenomen inclusief alle mogelijke uitzonderingen.

De wetteksten van de verschillende bevoegdheidsniveaus:

Informatie over de omzetting in andere Europese lidstaten.

Wat vraagt de richtlijn?

Toegankelijke websites en apps

Websites en apps van staats-, regionale en lokale overheidsinstanties en publiekrechtelijke instellingen zijn toegankelijk. Ze voldoen aan de Web Content Accessibility Guidelines versie 2.1 niveau AA. Dit omvat zowel tekst als andere informatie, downloadbare documenten en formulieren, en interactie, zoals authenticatie , het verwerken van digitale formulieren en online betalingen.

Dit geldt sinds 23 september 2020 voor alle bestaande en nieuwe websites en sinds 22 juni 2021 voor apps.

Dit is ook verplicht voor kantoorbestandsformaten die gepubliceerd zijn voor 23 september 2018 als ze nodig zijn voor actieve administratieve processen.

De Europese richtlijn voorziet een aantal vrijstellingen
  • De websites en apps van publieke radio- en televisieomroepen. De richtlijn gaat er van uit dat er sectorspecifieke wetgeving komt die toegankelijkheid niet enkel aan de openbare maar ook aan de commerciële omroepen zal opleggen.
  • De websites en apps van NGO's die diensten verlenen die niet essentieel zijn voor het publiek, of diensten die niet specifiek zijn gericht op de behoeften van personen met een beperking
  • Websites en apps van scholen, kinderdagverblijven of crèches behalve essentiële online administratieve functies.
  • Live audio en video
  • Online kaarten; maar er moet wel een toegankelijk digitaal alternatief zijn voor de essentiële informatie
  • Third party content waarvoor de overheidsinstantie niet betaalt, die ze niet zelf heeft ontwikkeld en waarover ze geen controle heeft
  • Reproducties van stukken uit erfgoedcollecties
  • Content van extra- en intranetten die is gepubliceerd vóór 23 september 2019, tot dergelijke websites een ingrijpende herziening ondergaan
  • Kantoorbestandsformaten die zijn gepubliceerd vóór 23 september 2018, tenzij ze nodig zijn voor actieve administratieve processen
  • Video en audio, gepubliceerd vóór 23 september 2020
  • Gearchiveerde content die niet noodzakelijk is voor actieve administratieve processen

Toegankelijkheidsverklaring

Daarnaast bevat elke website en app een toegankelijkheidsverklaring. Die kan toelichten welke inhoud niet toegankelijk is, maar moet dan ook de redenen daarvoor geven en toegankelijke alternatieven aanreiken.

De toegankelijkheidsverklaring bevat ook een feedbackmechanisme zodat bezoekers toegankelijkheidsproblemen kunnen melden. Er moet ook een link voorzien zijn naar de instantie die kan optreden als de overheidsinstantie niet (voldoende) op klachten reageert.

Websitebezoekers met een handicap kunnen via het feedbackmechanisme een aanvraag doen om uitgesloten inhoud (zoals kantoorbestandsformaten, video of gearchiveerde content) op te vragen in een toegankelijk formaat. De betrokken overheidsinstantie moet naar aanleiding van een legitiem en redelijk verzoek, binnen een redelijke termijn op adequate en passende wijze informatie verstrekken.

Meer over de toegankelijkheidsverklaring.

Meer informatie

Feedbackmechanisme en handhaving

Een Koninklijk Besluit van 25 september 2019 duidt de federale overheidsdienst bevoegd voor Digitale Agenda aan als toezichthoudende instantie. Deze organisatie heeft heel wat taken volgens de wet van 19 juli 2018:

  • sensibiliseren over de toegankelijkheidseisen en hun voordelen, en over de mogelijkheid om feedback te geven als de wet niet wordt nageleefd (artikel 8 lid 6).
  • zorgen dat overheidspersoneel is opgeleid om toegankelijke websites en mobiele applicaties te maken, te beheren en bij te werken (artikel 8 lid 5).
  • een reglement publiceren voor een adequate en doeltreffende handhaving (artikel 8 lid 3).
  • op 23 december 2021 en daarna om de drie jaar verslag uitbrengen bij de Europese Commissie over de resultaten van het toezicht (artikel 8 lid 2).

Noodzakelijk, boeiend en belangrijk werk. Hopelijk beschikt deze instantie over voldoende middelen en het nodige personeel om deze taken ter harte te nemen.

Op een pagina van accessibility.belgium.be staat een lijst van controleorganen.

Als een bezoeker een toegankelijkheidsprobleem ervaart op een overheidswebsite, dan gaat het in theorie als volgt:

  • Je zoekt de toegankelijkheidsverklaring van de website.
  • Daar stelt men hopelijk een alternatieve oplossing voor om aan jouw probleem tegemoet te komen.
  • Zo niet, dan is daar een feedbackmechanisme dat je in contact brengt met iemand binnen de organisatie die kennis heeft van toegankelijkheid en die jouw feedback ter harte neemt.

Helaas kan het op allerlei manieren misgaan:

  • De website heeft geen toegankelijkheidsverklaring of je kan ze niet vinden.
  • De toegankelijkheidsverklaring bevat geen feedbackmechanisme en je hebt dus geen aanspreekpunt.
  • Je feedback blijft onbeantwoord.

De theorie van de Europese richtlijn zegt dan om contact op te nemen met de handhavingsinstantie. Maar hoe weet je wie verantwoordelijk is voor de handhaving in verband met de website waarop jij het probleem hebt? Die informatie moet in de toegankelijkheidsverklaring staan. Maar opnieuw: wat als die er niet is of als die informatie daar ontbreekt?

Zolang overheidswebsites toegankelijkheidsproblemen bevatten en niet allemaal over een toegankelijkheidsverklaring beschikken, zal je als gebruiker nog vaak de bijstand van een handhavingsinstantie moeten inroepen om als ombudsman op te treden. Helaas is er nauwelijks informatie te vinden over de handhavingsprocedures die België voorziet. Dit is nochtans cruciaal voor het succes van deze Europese richtlijn.

De complexe overheidsstructuur van België maakt het er voor gebruikers niet gemakkelijker op. Op elk overheidsniveau kan er immers een verschillende handhavingsprocedure uitgewerkt zijn en concrete informatie daarover is nauwelijks te vinden.

Artikel 9 van de Europese richtlijn vraagt dat lidstaten zorgen voor een adequate en doeltreffende handhavingsprocedure. De Belgische federale wet van 19 juli 2018 zegtt dat de federale overheidsdienst voor digitale agenda een regelment voor een adequate en doeltreffende handhavingsprocedure zal publiceren op haar website.

Op accessibility.belgium.be staat informatie over een klachtenprocedure maar die vinden we allesbehalve duidelijk.

Het valt dus niet mee om als gebruiker je toegankelijkheidsopmerkingen tot bij de website-eigenaar te krijgen:

  • Websites hebben vaak geen toegankelijkheidsverklaring.
  • Dan is er geen feedbackmechanisme om rechtstreeks contact op te nemen met mensen binnen de organisatie die kennis (zouden moeten) hebben over toegankelijkheid.
  • Je kan dan proberen contact op te nemen met een algemeen contactformulier, info-mailadres of algemeen telefoonnummer. De kans dat je feedback dan bij de juiste mensne terechtkomt en je er een adequaat antwoord op krijgt, is eerder klein of het duurt te lang om voor de gebruiker praktisch te zijn. Als je een probleem ondervindt om een subsidie aan te vragen via een overheidswebsite, dan kan je geen week wachten op een antwoord.
  • De volgende stap is om je te laten bijstaan door de handhavingsinstantie maar bij gebrek aan een toegankelijkheidsverklaring is het quasi onmogelijk om te weten waar je moet zijn.

Reacties


Peter

schreef
Een vraag over dit artikel. De Europese norm ligt besloten in EN 301549. Deze norm leidt of zal leiden tot wetgeving in alle EU lidstaten. De norm omvat onder andere de richtlijnen van WCAG 2.1. Maar blijft niet daartoe beperkt. De web toegankelijkheid is slechts één van de hoofdstukken van de EN 301549. Waarom is er alleen aandacht voor dit ene aspect van een wet die enorme impact op de EU zal hebben?